Een verkeersongeval en dan.....

Een verkeersongeval en dan?

Onderstaande punten zijn zaken waar u mogelijk mee te maken kunt krijgen. Het is voor u van belang dat u op de hoogte bent van waar u rekening mee moet houden.

Het wil niet zeggen dat alles aan de orde komt van de onderstaande punten.


  • Wie is er aansprakelijk voor de aanrijdingl?

Hiervoor is het proces-verbaal (PV) nodig, dat opgesteld wordt door de politie. Als slachtoffer heb je recht op inzage om onder andere te controleren of alle informatie klopt met de feiten en goed verwoord is.


  • Rechtsbijstandverzekering en verzekering van de wederpartij

Na een aanrijding kun je voor hulp een beroep doen op je rechtsbijstandverzekering. Bij letsel krijg je over het algemeen een letselschadejurist toegewezen om je belangen te behartigen. Mocht de zaak ingewikkelder zijn/worden, vraag dan om een letselschadeadvocaat. Een advocaat heeft meer mogelijkheden om je belangen te behartigen.


Is de wederpartij aansprakelijk voor de aanrijding dan worden alle kosten verhaald op de verzekering van de tegenpartij.


Mocht de wederpartij onverzekerd zijn of niet bekend dan kun je een beroep doen op het Waarborgfonds Motorverkeer.


  • Huishoudelijke hulp

Heb je na de aanrijding huishoudelijke hulp nodig, overleg dit dan met de rechtsbijstandverzekering of de letselschadejurist/-advocaat. Soms is dit één van de eerste vragen als je contact opneemt met de rechtsbijstandverzekering.


  • Ziektekosten

Bij letsel worden de ziektekosten vergoed door de zorgverzekering. Hierbij is wel het eigen risico van toepassing; ook de ambulancerit valt onder het eigen risico.

Is de wederpartij aansprakelijk dan kun je de kosten van het eigen risico declareren bij de wederpartij. De ziektekostenverzekering zal in dat geval ook de kosten declareren bij de wederpartij; hiervoor moet je wel een machtiging tekenen.


  • Hulpmiddelen

Na een aanrijding zijn met regelmaat hulpmiddelen nodig; denk hierbij aan krukken, een rolstoel, maar ook kan een douchestoel of een ziekenhuisbed (tijdelijk) nodig zijn.

Hulpmiddelen worden geadviseerd door de specialist in het ziekenhuis of de huisarts; zij schrijven zo nodig ook een machtiging.

Hulpmiddelen zijn verkrijgbaar bij onder andere Vegro, Medipoint en Welzorg. Dit zijn de bekendste, maar er bestaan meer organisaties die hulpmiddelen aanbieden.

Kleine hulpmiddelen zijn over het algemeen voor eigen kosten (denk hierbij aan het declareren bij een aanwezige wederpartij), grotere hulpmiddelen kunnen worden geleend. De ziektekostenverzekering vergoed deze kosten voor een half jaar, daarna is overleg met de gemeente nodig voor deze WMO-voorzieningen.

Je kunt altijd overleggen met de aanbieder van hulpmiddelen of er een hulpmiddel is voor iets waar u tegen aanloopt. Er is vaak meer mogelijk dan we weten!


  • Revalidatie

Revalideren is vaak een kwestie van opnieuw leren leven, van kijken wat nog wél kan. De medisch specialistische revalidatie kan helpen in dit proces. Vaak zijn er meerdere therapeuten betrokken bij een revalidatieproces.

Revalidatie kan in een revalidatiekliniek of vanuit huis plaatsvinden.


  • Fysiotherapie

De fysiotherapeut is de expert in houding en beweging. Hij helpt je bij het verminderen van je lichamelijke klachten en zorgt ervoor dat je weer optimaal kunt bewegen. De zorg van een fysiotherapeut past bij jouw persoonlijke situatie en is gericht op het doel dat jij wilt bereiken.


  • Ergotherapie

Ergotherapie maakt het mensen mogelijk om (opnieuw) dagelijkse activiteiten uit te voeren of deel te nemen aan activiteiten in hun eigen omgeving. Als mensen beperkingen ervaren in de dagelijkse activiteiten die voor hen belangrijk zijn, kan ergotherapie nodig zijn. Een ergotherapeut kijkt vooral naar wat iemand nog wél kan.


De ergotherapeut adviseert en traint op zo’n manier zodat de cliënt zijn dagelijkse activiteiten weer zoveel mogelijk zelf uit kan voeren. Bij dagelijkse activiteiten kun je denken aan: jezelf wassen en aankleden, eten klaarmaken, stofzuigen, fietsen, werken, huiswerk maken, sporten, biljarten en spelen.


  • (Tijdelijke) arbeidsongeschiktheid en re-integratie

Bij een (tijdelijke) arbeidsongeschiktheid krijg je te maken met bedrijfsartsen/arbo-artsen en mogelijk het UWV. Dit is onder andere afhankelijk van uw situatie: bijvoorbeeld bent u in loondienst zijn of bent u ZZP-er.

De bedrijfsarts of arbodienst stelt de beperkingen van de medewerker vast. Deze wordt vastgelegd in een Probleemanalyse. Daarin adviseert hij ook welke mogelijkheden om te werken u nog wél heeft.


U kunt ook te maken krijgen met een arbeidsdeskundige. Deze beoordeelt welke re-integratiemogelijkheden u heeft. Eerst wordt gekeken naar mogelijkheden bij uw werkgever, mocht dit niet lukken dan wordt ook gekeken naar mogelijkheden bij een andere werkgever. Voor een arbeidsdeskundige draait het primair om een spoedige en duurzame terugkeer naar werk en het voorkomen van langdurige uitval.


Bent u het niet eens met het oordeel van de bedrijfsarts, dan kunt u een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV. Dit is bedoeld om het re-integratieproces vlot te trekken.Het deskundigenoordeel wordt gegeven door een verzekeringsarts of arbeidsdeskundige. Alleen UWV is bevoegd om een deskundigenoordeel te geven.

Het deskundigenoordeel kan gegeven worden over:

- het al dan niet bestaan van arbeidsongeschiktheid voor het eigen werk van de werknemer;

- het nakomen van re-integratieverplichtingen door de werknemer;

- het aanwezig zijn van passend werk bij de werkgever; en

- het nakomen van de re-integratie inspanningen door de werkgever.


In de ideale situatie zou u een casemanager moeten hebben. Hij/zij begeleidt en helpt u in dit hele proces. Helaas is dit in de meeste gevallen nog geen waarheid. Wel wordt er door diverse organisaties opgeroepen om dit in de toekomst mogelijk te maken (Vereniging Verkeersslachtoffers, Slachtofferhulp Nederland).